Presentatie 10 speerpunten Lokale Inclusie Agenda

Op maandag 27 januari overhandigde onze vrijwilligster en ervaringsdeskundige Arwen Schoppen de 10 speerpunten van de Amsterdamse Locale Inclusie Agenda (ALIA) aan wethouder Simone Kukenheim. Hierin staat hoe de gemeente gaat werken aan een inclusieve samenleving, waarin iedereen zich welkom voelt.

De 10 speerpunten zijn opgenomen in de voortgangsrapportage en in dezelfde maand in de gemeenteraad vastgesteld. In het najaar zou de gemeente evalueren wat er is gedaan met de speerpunten, maar vanwege de coronacrisis is dit uitgesteld.

Inzet ervaringsdeskundigheid blijft lastig De wethouder wil ervaringsdeskundigen nog veel meer inzetten dan nu, bijvoorbeeld het ontwerpen van nieuwe bestrating.

Een ervaringsdeskundige uit het publiek merkte op dat het heel moeilijk is om ertussen te komen als ervaringsdeskundige. Een voorbeeld hiervan is de inrichting van het Hamerkwartier. Toegankelijkheid OV minder goed Een van de 10 speerpunten is de toegankelijkheid van het Openbaar Vervoer (OV), een pijnpunt voor Arwen. Ze vertelt: “Het is er voor mij echt op achteruit gegaan. Ik moet nu vaker gebruik maken van het Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV). En het busje ‘komt helaas niet altijd zooo’. Ik begrijp niet, waarom Amsterdam de stad autoluw gaat maken en tegelijkertijd het OV minder kleinschalig maakt. Dat is toch niet logisch?”

Foto: Stedelijke Wmo Adviesraad

Eerste stap naar voetgangersbeleid?

Het concept van de gemeentelijke notitie ‘Ruimte voor de voetganger’ bepaalt dat de vrije doorloopruimte op voetpaden voortaan tenminste 1 meter 80 moet zijn. Een stap in de goede richting, want voorheen was er geen minimum breedte van de Amsterdams stoepen. Hiervoor hebben veel organisaties en wijzelf lang voor gestreden. Er moet alleen nog veel gebeuren, voordat er een echt voetgangersbeleid is.

De voorgestelde 1 meter 80 moet echt beschikbaar zijn voor voetgangers. Fietsnietjes, terrassen, straatmeubilair en andere ‘obstakels’ horen daar niet. Daarvoor moet extra ruimte komen of er anders niet staan. Dit hebben we benadrukt in onze inspraakreactie op het stuk van de gemeente.

Nog te weinig garanties Berry den Brinker is slechtziend en vertegenwoordiger van de Voetgangersbeweging Nederland. Op 16 januari sprak hij mede namens ons in bij de Raadscommissie Mobiliteit, Luchtkwaliteit en Duurzaamheid: “De gemeente is nog te vaag over het aanleggen van looproutes. Er zijn te weinig garanties dat stoepen echte ‘loopwegen’ worden zonder obstakels.

Veel medewerkers zijn niet op de hoogte van de nieuwe regels: Onze beleidsmedewerkers Toegankelijkheid & Mobiliteit Bart Weggeman: “Bij het opnieuw inrichten van de Prins Hendrikkade waren alle partijen het eens over een voetpad van 1 meter 80. Een paar maanden na de oplevering worden er opeens fietsnietjes geplaatst. Weg vrije doorloopruimte!

Aanpak tekort rolstoelwoningen

We hebben de gemeente aangesproken op het tekort aan rolstoelwoningen en om hier iets aan te doen. Het tekort is nog eens vergroot doordat woningcorporaties rolstoelwoningen verkopen aan niet-rolstoelgebruikers.

Gemeenten en corporaties lieten ons weten dat ze afspraken hebben gemaakt om geen rolstoelwoningen meer te verkopen. Ze gaan een programma ‘Rolstoelwoningen’ opstellen om meer rolstoelwoningen beschikbaar te krijgen voor huishoudens die deze nodig hebben. Onze themawerkgroep Wonen is hierbij betrokken.

De leden van onze werkgroep zijn positief over de aanpak, zoals de gemeente die toelichtte tijdens een gesprek. De gemeente probeert de corporaties aan de afspraken te houden en hen erop te wijzen dat woningen die worden verlaten als rolstoelwoning behouden blijven. Er zijn in 2020 74 woningen voor rolstoelers bijgekomen (30 in 2019) en er staan 125 minder mensen op de wachtlijst.

Wonen voor kwetsbare groepen Vanuit het programma 'Huisvesting van kwetsbaren groepen' controleert de gemeente of corporaties inderdaad de 30% van vrijgekomen huurwoningen beschikbaar stellen aan deze groepen. In 2020 is dat bijna gelukt. Van de 1800 geplande extra woningen voor kwetsbare groepen zijn er 1785 gerealiseerd.

Helaas zijn die 1800 woningen niet genoeg. Onder andere door een toename van het aantal dak- en thuislozen is er een tekort van bijna 2000 woningen. Met als gevolg een grotere druk op de woningmarkt, dus ook voor de meest kwetsbare Amsterdammers.

Nieuw type tram: oprijplanken niet veilig genoeg

Op 5 maart hebben we met 6 ervaringsdeskundigen met verschillende beperkingen de nieuwe tram getest op toegankelijkheid. Grootste minpunt: de automatische oprijplanken zijn niet veilig genoeg, waardoor de tram niet helemaal toegankelijk is.

Het GVB heeft automatische oprijplanken laten installeren in de tram, zoals wettelijk verplicht is. Helaas zijn er geen regels, waaraan deze planken moeten voldoen. Wij zien 2 knelpunten. Op niet-verhoogde haltes is de oprit te steil. Hiervoor is een handmatige plank nodig, zoals nu in de Combinotram zit.

Deze is alleen door een GVB-medewerker te bedienen, en niet door reizigers zelf. Dit beperkt voor hun zelfstandigheid. Daarnaast is de drempel tussen de plank en de vloer van de tram zó groot dat de wieltjes van een handbewogen rolstoel er tussen blijven steken.

Andere vloerhoogte Met dezelfde vloerhoogte als de Combinotram zouden halte en tram veel makkelijker op elkaar afgestemd kunnen worden. Een eerdere gebruikerstest toonde het haarfijn aan: hoe je de halte ook aanpast, de hoogteverschillen tussen halte en tram zijn niet te overbruggen. Oprijplanken zullen dus altijd nodig blijven. Maar dan moeten deze planken wel veilig zijn!

Herkenbaarheid voor slechtzienden matig Ook visueel is er ruimte voor verbetering. Een aantal trams krijgt een 'R-Net beschildering’, met veel zwart, grijs en rood in de huisstijl. De zichtbaarheid van vooral de deuren (rood op zwart) is een probleem. De GVB-huisstijl (met blauw op wit) heeft dat probleem niet. We vragen ons af of het kleurgebruik in de tram wel voldoet. Net als in de metro's is er veel wit, grijs en roestvrijstaal toegepast. Dat is minder goed zichtbaar voor slechtzienden dan de blauwe stangen in de oude Combinotrams.


Toegankelijk-heid Openbaar Vervoer: bestelling nieuwe tram afzeggen?


In april en september voerden we de druk op het GVB op. In april deden we al een oproep aan de Vervoerregio Amsterdam om het GVB aan te spreken op de onveilige oprijplanken. Bart Weggeman, onze beleidsmedewerker Mobiliteit: "Het Besluit Toegankelijk Openbaar Vervoer zegt dat de Vervoerregio moet zorgen voor een onbelemmerde toegang tussen halte en voertuig. Maar de Vervoerregio heeft nu een nieuwe tram gesubsidieerd die slechter toegankelijk is dan de Combinotram.”

“Onze inzet is dat de bestelling van de rest van de trams alleen kan doorgaan als er betere oprijplanken ingebouwd worden. Helaas lijkt het GVB hiertoe vooralsnog niet bereid.


We zijn ons daarnaast aan het beraden over een stap naar het College voor de Rechten van de Mens, het college dat toezicht houdt op de uitvoering en naleving van het VN-verdrag Handicap"


Rolstoelplanken in bus defect: discriminatie rolstoelgebrui-ker


Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde dat het Gemeentelijk Vervoer Bedrijf (GVB) een man in een elektrische rolstoel heeft gediscrimineerd. De persoon in kwestie kon niet met de bus reizen, omdat de elektrische rolstoelplanken defect waren en de buschauffeurs de reiziger niet voldoende hielpen.

Het GVB bood hem een mobiele oprijplaat aan om deze zelf mee te nemen.


Dit voldoet niet aan de norm van zelfstandig en onbelemmerd gebruik maken van het openbaar vervoer. Wij verwachtten dat het GVB passende maatregelen zou nemen, zodat mensen met een beperking zelfstandig zouden kunnen reizen.


Beleidskader Inclusieve Mobiliteit vastgesteld


Op 12 mei stelde de Vervoerregio Amsterdam het Beleidskader Inclusieve Mobiliteit vast. De Reizigers Advies Raad (RAR) wil dat de Vervoerregio snel begint met de uitvoering van het beleid. De meeste knelpunten zijn al jaren bekend, het is nu tijd voor actie. Ook wij zijn vertegenwoordigd in de RAR.

In het beleidskader Inclusieve Mobiliteit is vastgesteld dat


de samenwerking gaat coördineren tussen alle betrokken partijen, zoals gemeenten en vervoerders. Hier zijn we blij mee.


Eerst OV verbeteren, dan pas bezuinigen op AOV


De kosten voor het Aanvullend Openbaar Vervoer (AOV) zijn de afgelopen jaren flink opgelopen. Begin september bracht de gemeente opeens forse bezuinigingsvoorstellen naar buiten. Maar zonder visie ontbreekt volgens ons het verband voor een zorgvuldige afweging.

We hebben de gemeente dan ook gevraagd om eerst de Toekomstvisie AOV vast te stellen en daarna pas te bepalen hoe te bezuinigen.