Meedenken over de Buurtteams
De voorbereidingen voor de nieuwe Buurtteams waren in 2020 in volle gang. Op 1 april jl. zijn de eerste Buurtteams gestart. Met de Buurtteams wil de gemeente bereiken dat Amsterdammers voor alle zorg- of ondersteuningsvragen op één locatie in hun eigen buurt terecht kunnen. Wij staan natuurlijk achter de wens om cliënten met hulpvragen beter te helpen. In de Klankbordgroep Buurtteams van de gemeente hebben we meegedacht over de inrichting en werkwijze van de teams. Tegelijkertijd hebben we onze zorgen geuit.
Ingrijpende reorganisatie Onze directeur-bestuurder Deborah Lauria zat in de klankbordgroep: “Deze reorganisatie is een keuze van de gemeente en is heel ingrijpend. Het is nog maar 5 jaar na de decentralisatie. Wij hadden op dit moment liever een verbetering het bestaande systeem met wijkzorgnetwerken gezien. Desondanks denken we natuurlijk hard mee.”
4 randvoorwaarden staan centraal Voor ons stonden bij deze ingrijpende verandering 4 randvoorwaarden centraal:
- Zorg moet gewoon doorgaan We hebben de gemeente gevraagd om echt heel zorgvuldig te zijn bij het overgaan van de wijkzorgnetwerken naar de Buurtteams. De ondersteuning aan bestaande cliënten moet gewoon doorgaan. Dit betekent onder andere dat er extra geld nodig zal zijn om Amsterdammers niet in de kou te laten staan.
- De gebouwen moeten toegankelijk zijn
Een bezoek aan een Buurtteam moet voor iedereen mogelijk zijn. Ze moeten zich daarom bevinden in gebouwen met meerdere functies, waar Amsterdammers met verschillende vragen en behoeften terecht kunnen. De locaties moeten daarnaast toegankelijk en goed bereikbaar zijn.
In het verleden is dat bij het inrichten van de stadsloketten helaas niet goed gegaan. Met als gevolg dat sommige locaties moeilijk te bereiken zijn vanaf haltes van het Openbaar Vervoer of dat het Aanvullend Openbaar Vervoer er geen bezoekers kan afzetten.
- Zelf kiezen voor een Buurtteam
Amsterdammers moeten zelf kunnen kiezen naar welk Buurtteam ze gaan, al dan niet in hun eigen buurt. Als je vertrouwde zorgverlener in een ander Buurtteam komt te werken, moet je daarheen kunnen gaan. Of als je liever naar een Buurtteam gaat dat dichter bij je werk of school is. Net zoals mensen bijvoorbeeld kunnen blijven kiezen naar welke locatie voor de dagbesteding ze gaan.
- Gemeente moet kwaliteit goed meten
We vinden dat de huidige kwaliteitsonderzoeken van de gemeente nog niet genoeg klantgericht zijn. Het liefst zien we dat een onafhankelijke organisatie de onderzoeken uitvoert. Die cliënten bijvoorbeeld ook vraagt wat hun eisen zouden zijn voor het meten van de kwaliteit van de dienstverlening.
Soepel overstappen naar een andere hulpverlener
Duizenden cliënten die thuis ambulante ondersteuning krijgen, moeten volgend jaar overstappen naar een andere hulpverlener. Dit komt doordat de gemeente de zorg vanuit de Wet maatschappelijk ondersteuning (Wmo) in Amsterdam heel anders gaat organiseren. Een te snelle verandering kan een kwetsbare cliënt ernstig ontregelen. Hoe dat zo zorgvuldig mogelijk kan gaan, is het onderwerp van onze notitie ‘Een warme overdracht’. Het vraagt tijd en zorg om mensen bij zo’n verandering te begeleiden, zodat ze niet teveel ontregeld raken.
Fatima Ouariachi, onze beleidsmedewerker Wmo: “Vanaf volgend jaar komen er in elk stadsdeel meerdere Buurtteams. Deze Buurtteams bieden straks 80% van de ambulante ondersteuning. Daardoor zullen veel cliënten die nu ambulante ondersteuning krijgen, van hulpverlener moeten wisselen. Dat kan voor mensen een afscheid betekenen van hun vertrouwde hulpverlener."
Vertrouwensrelatie belangrijk Voor cliënten is de vertrouwensrelatie met hun hulpverlener belangrijk. Als die verandert, kan het mensen onzeker maken of zelfs in verwarring brengen. Daarom hebben we op papier gezet, waaraan een warme overdracht naar een nieuwe hulpverlener volgens ons moet voldoen. Dit bespreken we in de projectteams met de gemeente en zorgorganisaties. We nemen vanaf het begin actief deel aan de projectgroepen, zodat we de gemeente en zorgaanbieders kunnen adviseren. Ook zij erkennen het belang van een zorgvuldige overgang voor cliënten.
Dit zijn volgens ons de voorwaarden voor een zorgvuldige overdracht:
- Cliënt heeft zeggenschap over overdrachtsproces.
- Goed afstemmen van de planning.
- Een goede klik tussen cliënt en hulpverlener.
- Dossieroverdracht.
Mantelzorger weinig zichtbaar in plannen buurtteams
De mantelzorger ontbrak helaas op veel plaatsen in het uitvoeringsdocument Buurtteams. Dat stelde ons Platform Mantelzorg Amsterdam (PMA) in een brief aan Hilde Reints, directeur Zorg van de gemeente Amsterdam.
Met welzijnsorganisatie Alliantie West hebben we haar gevraagd het belang van de samenwerking met mantelzorgers duidelijker te benoemen in het uitvoeringsdocument.
Malene Duijst (coördinator van het PMA) lichtte toe: “We zijn er niet gelukkig mee dat mantelzorgers en vrijwilligers in één adem worden genoemd.
Ze vallen beide onder het kopje ‘informele zorg’; zorg die onbetaald is.
Maar ze verschillen echt van elkaar. Mantelzorgers geven zorg niet vanuit een keuze, maar vanuit een emotionele band. Het overkomt mensen, ze kunnen er niet zomaar mee stoppen. Wij willen dat de mantelzorgers als ervaringsdeskundige worden gezien die serieus aandacht verdienen voor hun bijdrage.”
Ervaringsdes-kundigen werken mee in buurtteams
In de buurtteams komen naast beroepskrachten ook ervaringsdeskundigen te werken. Zoals een medewerker aan het proefproject ‘Buurtteam Dapperbuurt’ zegt: “Ervaringsdeskundigen zijn de bewakers van ons doel
om voortdurend vanuit het belang van de cliënt te handelen.”
Wij hebben de afgelopen jaren meegedacht over de ontwikkeling van de nieuwe buurtteams, en gepleit voor de inzet van ervaringsdeskundigheid in de teams. Dit is gelukkig in de concrete plannen overgenomen. Ook een initiatiefvoorstel van GroenLinks om ervaringsdeskundigen breder in te zetten heeft hieraan bijgedragen.
Praktijkopleiding De Vrijwilligersacademie Amsterdam ontwikkelde met het Amsterdamse Netwerk Ervaringskennis (ANE) een praktijkopleiding voor mensen die zich willen scholen tot ervaringsdeskundig medewerker van een buurt- of wijkteam.
Onduidelijk over uren huis-houdelijke hulp
In een belangrijke notitie over de Wet maatschappelijke ontwikkeling (Wmo) in 2020 vermeldde de gemeente niet dat Amsterdammers te horen moeten krijgen, hoeveel uur huishoudelijke hulp ze krijgen. Wij hadden juist geadviseerd om dit wél te doen. De rechter heeft vorig jaar immers bevestigd dat Amsterdammers recht hebben op deze informatie.
In de ‘Wmo Nadere regels 2020’ legt de gemeente jaarlijks vast, wanneer iemand aanmerking komt voor hulp vanuit de Wmo. En waar de hulp (of voorziening) uit zal bestaan. De gemeente vindt dat de kwaliteit van die hulp goed is, als het resultaat voldoet aan de definitie ‘een schoon en leefbaar huis’. Wij vinden dat dit niet duidelijk genoeg is, net zoals de rechter in zijn uitspraak van december 2018.
Zorgen over inkoop Wmo-ondersteuning deels weggenomen
In februari reageerde de gemeente op onze kanttekeningen bij het Uitvoeringsbesluit Inkoop aanvullende Wmo-ondersteuning. De gemeente nam een aantal van onze zorgen weg, maar er was nog veel onduidelijk. We zijn blij dat de gemeente goede kennis van zorgvraag en aanbod als eis meeneemt bij het aannemen van medewerkers van de buurtteams. Wel missen we afspraken over wanneer iemand wordt doorverwezen naar specialistische hulp.
De medewerkers van de Buurtteams schatten voor veel verschillende cliënten in welke ondersteuning ze nodig hebben. Daarvoor moeten ze de juiste ervaring hebben en goed zijn opgeleid. De gemeente heeft toegezegd daar op te letten.
Doorverwijzen Als een medewerker een cliënt niet kan helpen door een gebrek aan kennis, dan kunnen ze iemand doorverwijzen naar een specialistische hulpverlener. Voor deze doorverwijzing ontbreken duidelijke afspraken. Medewerkers moeten zelf inschatten, wanneer het nodig is. We zijn bang dat hierdoor minder goed onderbouwde keuzes gemaakt worden in de toewijzing van zorg en het leidt tot onduidelijkheid voor de cliënten.
Cliënten laten uitstromen Bij de bekostiging van de buurtteams let de gemeente erop dat zorgaanbieders ook cliënten laten ‘uitstromen’ uit de zorg. Het is namelijk niet de bedoeling dat iedereen langdurig zorg krijgt. Er komen steeds meer cliënten bij en het budget stijgt niet mee. Toch hebben wij er moeite mee wanneer de gemeente aandringt op het stoppen van zorg: het kan betekenen dat ondersteuning vroegtijdig stopt, terwijl iemand nog wel ondersteuning nodig heeft.
Tijdelijke stop nieuwe cliënten voor Hbh
Vanaf 1 oktober plaatst de gemeente Amsterdam vrijwel alle nieuwe cliënten die Hulp bij het huishouden (Hbh) nodig hebben op een wachtlijst. Nieuwe cliënten moeten minstens tot januari 2021 wachten op zorg, ondanks het feit dat zij nu een zorg nodig hebben waarvoor geen oplossing is.
Alleen cliënten in schrijnende situaties zal de gemeente direct Hbh bieden. De gemeente neemt deze maatregel als gevolg van financiële tekorten door de toegenomen vraag. Hoe lang de maatregel van kracht zal blijven, is onduidelijk. In een brief aan wethouder Zorg Simone Kukenheim hebben we onze zorgen geuit.
Deze maatregel is ingrijpend en alarmerend. Ook de snelheid waarmee de maatregel is ingevoerd, vinden we zorgwekkend. De gemeente heeft immers een compensatieplicht naar haar inwoners, die niet vervalt op het moment dat het financiële problemen heeft. Daarom moet de gemeente er alles aan doen om te voorkomen dat Amsterdammers die nu zorg nodig hebben, niet maandenlang zonder hulp komen te zitten.
Toegenomen vraag Sinds 1 januari heeft de Rijksoverheid een vast tarief voor de eigen bijdragen aan voorzieningen binnen de Wet maatschappelijke ontwikkeling (Wmo) ingevoerd. Dit heeft geleid tot een grotere vraag naar huishoudelijke hulp. Het verzoek van de gemeente aan de Rijksoverheid om financieel bij te springen, ondersteunen wij volmondig.